maandag 14 mei 2012

Vaatwerk met een ster

De Fransen zijn uiterst gevoelig voor status.Hier geen BoBo's over wie laatdunkend wordt gedaan, doch louter ouderwetse notabelen. Waartoe zelfs de grote chefs behoren... Goed, wie zijn dan zoal de notabelen van dorp en stad? De notaris en de advocaat in ieder geval, die steevast met maître (meester) worden aangesproken. De dokter en de tandarts uiteraard (monsieur le docteur) plus natuurlijk de burgemeester (monsieur le maire). Tussen haakjes: dames bekleden deze functie uiteraard ook allemaal, maar dan zijn de regels opeens wat minder formeel en worden ze niet zelden gewoon met de voornaam aangesproken. Enfin, waar ik naar toe wil: zelfs de grote chef-koks van Frankrijk (wel vrijwel allemaal mannen) valt deze status ten deel. Ook zij worden met maître aangesproken en verder met alle égards bejegend. Zeker als zij tot het gilde van sterrenchefs van Michelin horen.
De verering van die laatste groep gaat zelfs zo ver dat liefhebbers in de rij staan om het oude vaatwerk van deze topkoks te mogen zien, aanraken en zelfs kopen. Dat bleek zondag 13 mei, toen in de hallen van Beaune het evenement 'La vaisselle des chefs' plaats vond. Vrij vertaald: 'het vaatwerk van de koks'. Voor de entree (3 euro) stond nota bene een lange rij wachtenden, allemaal tuk op een bordje van Bernard Loiseau of een lepel die Pierre Troisgros nog in zijn mond heeft gehad. Want het betrof hier wel de afwas van de twaalf sterrenchefs van de Bourgogne!
Nou viel dat laatste wat tegen. Of eigenlijk ook weer niet. Ik wilde zeggen: de chefs waren er zelf helemaal niet bij, terwijl dat nou juist zo leuk zou zijn geweest. Anderzijds had dat ook helemaal niet gepast in de status van deze supersterren, die zich natuurlijk niet verlagen tot handje klap met het gepeupel, zoals hun tegenvoeters in Holland gemakkelijk wel zouden doen.
Maar goed, er was toch heel wat vaatwerk te zien. Van bij voorbeeld Brasserie Georges in Chalon-sur-Saone (75 km van Bellevue), waar driesterren-chef Georges Blanc een vinger in de pap heeft. En van Frédéric Doucet van het voortreffelijke Hotel de la Poste (*) in Charolles. Of de getalenteerde Romain Détot van Les Gourmets Restaurant in Marsannay la Côte. Borden namen ze mee en soepkommen en bestek en wijnkoelers en servetten en kandelaars en dienbladen en zilveren schalen en champagnebekkens en een compleet receptiemeubel en eierdoppen en wat eigenlijk niet? En al die honderden bezoekers maar staren en zich vergapen en strelen en de buidel trekken. Want als je dan een stel champagne-emmer of een boterbakje of van mijn part een oude pepermolen koopt, dan straalt de status van de sterrenchef ook een beetje op jou af. Als je staat te modderen in je eigen keukentje... Wat wij van Maison Bellevue ons aanschaften? Even denken... Uhhh, twee champagne-emmers en een boterbakje. Oh ja, plus de oude pepermolen van Romain Détot. En nou kokkerellen maar. En iedereen ons maître noemen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten