maandag 25 februari 2013


Hè hè, we kunnen weer veilig in het bos achter Bellevue wandelen. Want met het laatste weekeinde van februari is ook het jachtseizoen gepasseerd...
De jacht (op everzwijnen en reeën) duurt van pakweg eind oktober tot eind februari. In die vier maanden mag alleen in het weekeinde worden gejaagd, al hoor je door de week nu en dan ook wel een verdwaald schot. Wellicht wordt dan een vos verschalkt, want dat dier is en blijft aartsvijand nummer één van de Franse plattelander.
Maar verder zijn het dus met name zwijnen en kleine herten die worden bejaagd. Dat gaat niet altijd van een leien dakje. Al helemaal niet voor het wild in kwestie natuurlijk. Vooral als er sneeuw ligt is het al moeilijk genoeg te overleven in het bos, simpelweg doordat het voer moeilijk te vinden en te bereiken is. Bovendien vriest het hier elke winter wel een aantal dagen of weken streng tot zeer streng (ons eigen record op Bellevue staat op -21 graden Celsius), wat het er niet makkelijker op maakt. En dan ook nog eens worden opgejaagd, waarbij je met elke stap een duidelijk herkenbaar spoor achterlaat, maakt het leven er niet vrolijker op.
Soms echter, is ook de jager het haasje. Zo schoot de voorzitter van de jachtclub van het nabij gelegen Montsauche enkele jaren geleden een meegetroonde journalist door het hoofd. Per ongeluk, dat dan weer wel, maar met even fatale gevolgen voor de krantenjongen.
En er zijn meer slachtoffers. Want iedere rechtgeaarde jachthond is weliswaar zielsgelukkig dat-ie na acht maanden opgehokt zitten er eens even uit mag, maar als zo'n beest de weg kwijt raakt dan is de Morvan opeens wel heel erg groot. Afgelopen zondag nog hield een 4x4 (quatre-quatre heet dat in het Frans) ons staande, met de vraag of we soms een foxterriër hadden gezien die sinds zaterdag zoek was. Nee dus.
Twee weken daarvoor - op zondagavond tegen zes uur - had Titus mee geluk... Op een wandeling vond Enna in de sneeuw een al helemaal opgerolde hond. Het dier schrok van Enna en rende weg. Wij naar huis en na een half uur weer eens terug naar de plek in kwestie om te kijken of we de hond konden lokken met wat brokjes. Nee dus, hij rende weer weg. Totdat Elly het dier weer een half uur later alleen benaderde en toen gaf hij zich over. Hij schrokte de meegebrachte brokjes achter elkaar op, liet zich aan de riem doen en meenemen naar Bellevue.
Eenmaal binnen rolde het arme dier zich weer op en viel in een diepe slaap, zó moe was hij. Een telefoontje naar zijn baasje (een niet onsympathieke jager, het moet gezegd) leerde waarom Titus - want zo heette hij - zo moe was: de zaterdag ervoor was hij om drie uur 's middags zoek geraakt bij het Lac St. Agnan, zo'n 25 km (!) verderop. Het had hem ruim een etmaal gekost om naar Bellevue te lopen (waarom daarheen?) en gevonden te worden. Had hij er nog een nacht gelegen (het vroor die dagen pakweg tien graden), dan was arme Titus er niet meer geweest.
Verder nog iets leuks?
Ja, dat het jachtseizoen is afgelopen! Maar wee de forellen, waar de Fransoos-met-jachtinstinct vanaf volgende week op jaagt. En daarna zijn de slakken aan de beurt en dan de paddenstoelen en dan weer het wild. Jachtig leven hier...