dinsdag 26 juli 2011

Vlinders in de fuik

Het leuke van gasten is dat je altijd wel iets van ze leert. Deze week over nachtvlinders...
Onze Vlaamse Perdue-bewoners Wim en Roosmarijn werken beiden bij Natuurpunt, de Belgische tegenhanger van onze Natuurmonumenten. Zij is paddenstoelendeskundige (waarover later hopelijk meer) en hij doet onderzoek naar de stand en verspreiding van nachtvlinders. En dan niet alleen in België, maar ook op Bellevue.
Daartoe plaatst Wim 's avonds grote lichtkasten in zowel de tuin van Maison Perdue als op onze schapenweide in het bos. Nachtuiltjes en motten komen daar op af en nestelen zich comfortabel in kartonnen eierdozen die voor dit doel in de lampenkist liggen. Zodra het licht wordt en de lamp uitgaat, gaan de nachtvlinders slapen en je hoeft 's morgens dus alleen maar zo'n eierdoos uit de kist te halen om de vlinders te tellen en te determineren.
Daarbij maakt Wim allereerst onderscheid tussen families: de spanners, de pijlstaarten en de uiltjes bijvoorbeeld. Vervolgens worden ze nader bekeken en blijkt dat er exemplaren tussen zitten met illustere namen als de kortzuiger, de breedbandhuismoeder, de oranje gestippelde grote beer (foto), de vliervlinder en de grote, de nonvlinder, de dorstvlinder (die heb ik altijd in mijn buik), de eenstreepgrasuil en de dikke populierenpijlstaart.
Zo determineert Wim wel 60 soorten die in één nacht worden gevangen. En ze worden weer vrijgelaten ook natuurlijk, waarbij ze zich gauw voor de koolmezen verschuilen in de bosjes. Behalve dan die dikke pijlstaart van zo even, die nota bene drie minuten moet voor trillen teneinde warm genoeg te worden om te vliegen (zie foto)!
Wat leren we verder? Dat nachtvlinders zich op dezelfde manier ontwikkelen als gewone dagvlinders. Dus eerst heb je een eitje, dan de rups, vervolgens de pop en daarna de vlinder. Die dan weer een ei legt, waarna de cyclus weer opnieuw begint.
En dan nu paddenstoelen zoeken!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten