maandag 8 maart 2010

De lichtheid van vos

In de laatste sneeuw van deze winter (dat wil zeggen: de laatst gevállen sneeuw, van zaterdag, de voorbode van een koudegolf die de Morvan andermaal in wit zal hullen) zag ik vanmorgen twee vossen. Ofschoon flink groot, zullen het jonge dieren zijn geweest, want ze speelden en buitelden over het pad dat de heuvel achter Maison Bellevue oploopt. Dat pad, ooit zorgvuldig geplaveid met granieten stenen, waardoor je de indruk had over een Romeinse heerbaan naar boven te zwoegen, is in de loop van vele jaren diep uitgesleten en vertoont aan weerszijden taluds van soms wel twee meter hoog. Steil als een rotswand.
Het was tegen deze hoogten dat de twee vossen naar boven dansten. Zonder last van de sneeuw en het ijs, diezelfs het pad tussen beide taluds tot een ijsbaan maken. Zonder last van de onwaarschijnlijke hoek waar tegen zij omhoog dartelden. Zonder last van de zwaartekracht, schijnbaar.
Zou ik er tegenop komen? Geen schijn van kans. Weliswaar ben ik sinds januari een niet onaanzienlijk aantal grammen kwijt, maar al zou ik dúizend gram - nee, tíenduizend gram zijn verloren, dan nog zou ik geen millimeter stijgen.
Hoe komt het dat een vos dan wel zo licht kan zijn? Of is het helemaal geen kwestie van lijfelijk gewicht? Immers, een kind van hetzelfde aantal kilo's zal dezelfde helling nimmer kunnen nemen. Zijn het de spieren dan? Er zijn mensen, van gering gewicht, met meer spieren... Nee, de lichtheid van de vos, de zorgeloosheid waarmee hij rond rent en danst en dartelt, is mogelijk doordat hij geen geweten heeft!
Want is dat niet wat de mens onderscheidt van de rest van de dieren: zijn geweten? Het is niet zijn taal; varkens hebben een arsenaal van tientallen knorgeluiden om hun stemming te communiceren met soortgenoten. En zelfs kippen, toch niet de slimste van Gods danwel Darwins creaturen, hebben heel wat meer in hun mars dan louter 'tok'. Het is evenmin een god die de mens scheidt van het dier; de atheïst mag door velen als een beest worden beschouwd, maar dat zal nimmer letterlijk worden bedoeld.
Nee, het dier verschilt fundamenteel van de mens doordat het geen geweten kent. Terecht stelt Bengt Ohlsson in zijn prachtige roman 'Gregorius' (ik kom daar later op terug) dat het enige dat maakt dat een muis zijn zwakste jongen verstoot, het gebrek is aan besef van goed en kwaad. En hoezeer de mens ook probeert die zwakste boreling juist te beschermen, door het terug te leggen in zijn nest, moeder muis zal de kleine andermaal wegduwen en - ondenkbaar voor ons! - tot slot zelfs opeten. Waar je overigens niet lichter van wordt, maar dat terzijde.
Ons geweten - samentrekking van ge, dat oorspronkelijk 'samen' betekende, en weten - bindt ons weliswaar en is uit sociaal oogpunt een groot goed, maar het maakt ons ook zwaar. Nimmer lichtzinnig, nimmer luchthartig, maar eerder zwaar op de hand en met een zwaar gemoed. Een zwaarte die schril afsteekt tegen de lichtheid van vos, maar tegelijk een die ons op het rechte pad houdt. Het pad naar boven, achter Maison Bellevue

2 opmerkingen:

  1. dus omdat we een geweten hebben:

    - doen we dierproeven,

    - mishandelen en doden we dieren voor consumptie, (o.a. ganzelever)

    - mishandelen en doden we dieren voor kleding (bont),

    - misbruiken we dieren voor 'genoegens' van jacht, hengelen, circus, dierentuin,

    enz. enz. enz.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. wetgeving is afspiegeling van 'geweten'.

    elders heerst het recht van de sterkste, dat willen wij niet.

    wetgeving is het maximum aan beschaving dat wij met z'n allen kunnen opbrengen - ik ben d'r niet kapot van.

    BeantwoordenVerwijderen