woensdag 4 augustus 2010

Bellevue breidt uit!

Bij notaris Garandeau in Liernais heeft vandaag de officiële overdracht plaatsgevonden van het 'champ roncier' (2615 m2) aan Maison Bellevue. Dit 'braambosjesveld' – de vertaling van champ roncier – is gelegen aan de voorzijde van ons vakantiehuis. Het wordt gemarkeerd door vele bomen: eik, appel, wilde kers, haagbeuk en een grote spar. Met de aanschaf is het vrije uitzicht voor onze gasten en onszelf gewaarborgd.



De vorige eigenaren, Thérèse en Daniel Dubuisson uit Dijon, hebben in de plaatselijke editie van het dagblad Le Bien Public een wekelijkse column waarin zij de historie van een pand of perceel grond in de stad beschrijven. Ter gelegenheid van de aanschaf van het champ roncier door hen - in 2007 om er een ecologische woning op te bouwen - hebben zij met veel enthousiasme en gevoel voor detail de geschiedenis van het veldje uitgezocht. Een historie die voor een belangrijk deel parallel loopt met de geschiedenis van Maison Bellevue zelf.
Lang hebben Thérèse en Daniel niet genoten van hun grond. Omdat ze in de Morvan geen aannemer konden vinden die voor een fatsoenlijke prijs hun inmiddels getekende huis kon bouwen, hebben ze na drie jaar besloten het hele project te laten varen en een bestaande huis ten noordoosten van Dijon te kopen.
Hieronder volgt – voor de liefhebbers van een tuiltje historie en lange Franse zinnen – de integrale tekst van de Dubuissons.


Een terrein in de Morvan
(door Thérèse en Daniel Dubuisson)

'In 2007, toen we een terrein zochten om ons huis voor onze oude dag op te zetten, stuitten we in de Morvan bij toeval op een zonnig en met bomen begroeid perceel, licht glooiend en op het zuiden gelegen, dat ons onmiddellijk aansprak. Tijdens het schoonmaken van het stuk grond, al 20 jaar braak liggend en door varens en bramen overwoekerd, hebben we ook tijd gevonden om de historie op te diepen van de mensen die het ooit hebben bewerkt. Zie hier dus de geschiedenis van het veldje – of meer precies: de historie van de laatste anderhalve eeuw. In die lange tijd is het slechts één keer verkocht en dan ook nog tussen volle neven. Het is evenwel niet minder dan vijf keer van de hand gegaan door vererving of schenking. Het verhaal van het champ roncier is dus tevens de geschiedenis van een Morvandese familie.
Het perceel grond ligt in het gehucht Bellevue, boven het plaatsje Moux-en-Morvan en het nieuwe kadaster van 1972 wijst het toe aan het nog kleinere buurtschap Les Pinoits, naar de naam van de berg in het zuidwesten die de locatie domineert. Het oude kadaster, van 1843, echter noemt het 'champ roncier': en inderdaad, we hebben met eigen ogen kunnen zien dat de wilde bramen er goed groeien. Notariële akten spreken tevens van 'champ rosier' (rozenveldje) als verwijzing naar de egelantiers die in de omzomende hagen groeien of ook wel 'rougé' dan wel 'rouger', hetgeen is terug te voeren op het rode gruis van graniet dat tijdens onweersbuien de grond kleurt. Het terrein is aan de noordzijde begrensd door de lokale weg van Château Chinon naar Saulieu en aan de zuidkant door een lange natuurstenen muur, die zonder enige specie bijeen blijft.


De familie Marchand-Collard- Pelletier


We beginnen de historie van het terrein, dat we Le Roncier zullen noemen, met een huwelijk. In 1825 trouwt Pierre Collard, een handwever geboren in Liernais maar woonachtig in het gehucht Chassagne, met Claudine Marchand, dochter uit een landbouwersgezin in Perruchots. De laatste is dan, op 25-jarige leeftijd, al weduwe, nadat haar eerste man, een wachtmeester, anderhalf jaar eerder stierf. De nieuw gehuwden cultiveren enkele percelen grond en uit de droge administratieve akten schemert een pover leven door. Onder genoemde percelen, door Claudine van haar ouders geërfd, bevindt zich ook het minste deel van Le Roncier, ter grootte van pakweg 14 are. Pierre Collard koopt het betere deel van het veld, ongeveer 21 are, in 1847 van Léger Marchand, een neef van zijn echtgenote. Vanaf dat moment heeft Le Roncier dus de oppervlakte die het de komende anderhalve eeuw zal houden.
Marie Collard, dochter van Claudine en Pierre, trouwt in 1852 met Léger Pelletier, een arbeiderszoon uit Velle-sous-Moux. Het jonge koppel woont de eerste tijd in bij zijn ouders in het gehucht Perruchots. In 1857 laten ze evenwel een nieuw huis bouwen in Bellevue, in het buurtje dat 'Le Champ du Chêne' (het eikenveld) wordt genoemd. Daar komt in 1858 hun zoon Claude ter wereld. Ze hoeven vanuit hun nieuwe huis slechts 200 meter af te leggen om de 35 are van Le Roncier te bewerken. Overigens geeft (groot)moeder Claudine Marchand het stuk grond pas in 1864 cadeau aan haar beide kinderen, Marie en haar broer, de onderwijzer Jean. Le Roncier wordt dus weer verdeeld, maar Marie koopt direct het gedeelte van haar broer. Na het vroegtijdig overlijden van haar Léger, in 1866 op een leeftijd van slechts 38 jaar, onderhoudt zij de grond alleen, totdat haar zoon Claude groot genoeg is om haar af te lossen.
Claude Pelletier is van de generatie die het leven verdeelt tussen Parijs en de Morvan. Meteen na zijn huwelijk in 1880 brengt hij flinke verbeteringen aan aan het ouderlijk huis en bewerkt hij intensief Le Roncier, maar een paar jaar later vinden we hem terug als senior verkoper bij La Samaritaine, het grootste en oudste warenhuis in de lichtstad. Vervolgens bevalt het leven in de grote stad Claude weer niet en keert hij terug om de grond van Bellevue te bewerken. Echter, na het overlijden van zijn moeder, in 1910, trekt hij zich definitief terug in Parijs en zet hij al zijn bezittingen in Moux te koop; dat wil zeggen, Le Champ du Chêne en Le Roncier. Op 1 juni 1913, tijdens de openbare veiling door kroegbaas Jules Rateau in Moux, wil evenwel geen mens bieden. Waarop Claude Pelletier het huis drie dagen later onverwacht alsnog verkoopt aan een Parijse collega en het veld overdoet aan zijn volle neef Charles Meuriot.
De familie Meuriot-Marlot-Girard
René Meuriot, dakpannenmaker uit Vianges, trouwt in 1845 met Reine Pelletier, zuster van de hierboven aangehaalde Léger Pelletier (de man van Marie Collard) en dochter van een landbewerker uit het kleine plaatsje Roseaux. Het is daar dat in 1846 hun zoon Charles wordt geboren. Die trouwt op zijn beurt in 1867 met Marie Primard uit Gien-sur-Cure en zal, net als zijn neef Claude, zijn leven verdelen tussen Parijs en de Morvan. Als veeverkoper reist hij naar de hoofdstad, waar hij in 1870 werk krijgt op de spoorlijn van Orléans, in dezelfde periode dat zijn tweede kind wordt gebaard. Vervolgens kent hij enige welstand als inkoper voor de beroemde restaurantketen 'Bouillons Duval'. Dit bedrijf, met goedlopende zaken, werd in 1870 opgericht door slager Pierre-Louis Duval en Charles kan zonder twijfel zijn talent als veehandelaar tonen in de populaire restaurants, die vleesbouillon serveren getrokken van de beste delen van het rund.
Als keerzijde van zijn Parijse leven zal Charles Meuriot in 1893 scheiden van zijn Marie Primard, bij wie hij drie kinderen heeft, om te hertrouwen met Adna Despret, een Belgische weduwe die hem in 1895 een vierde kind schenkt. Voortaan woont hij bij haar in Charenton-le-Pont, waar hij in 1922 sterft.
Maison Bellevue
Deze Charles Meuriot dus koopt in 1913 Le Roncier van zijn neef Claude Pelletier. Het stuk grond ligt feitelijk pal tegenover het grootste huis van het buurtschap La Queue des Chaises, dat inmiddels beter bekend is als Maison Bellevue. Dit pand werd in 1850 gebouwd door Charles' vader, René Meuriot, die er op 27 juli 1913 zal sterven. Vanaf die datum en zeker vanaf de dood van Charles in 1922, zijn de Meuriots nauwelijks nog in Bellevue te vinden. De drie eerste kinderen van Charles zijn allemaal uitgevlogen. Laurent, de oudste, werkt net als zijn vader bij Bouillons Duval, de middelste, Reine, is getrouwd met een landbouwer uit Zwitserland en de jongste, Maria, woont met haar grondbewerker Gabriel Marlot in Censerey. Le Roncier is in die jaren zonder twijfel verpacht.
Bij de verdeling van de erfenis van Charles Meuriot, in 1922, komen Maison Bellevue en Le Roncier beide in handen van zijn zuster Maria en haar man Gabriel Marlot. Nog weer twee verervingen later is het geheel in handen van Emilienne Marlot, echtgenote van Louis Girard, die het op hun beurt nalaten aan Gabriel Girard uit Saulieu. Deze verkoopt het huis van zijn betovergrootvader in september 1998 aan de Hollanders Jurriaan en Elly, maar houdt Le Roncier, dat dan al vier generaties aan dezelfde familie toebehoort. Pas in 2007 verkoopt hij het stuk grond, waar twintig jaar eerder een kwart van is verkocht aan Girards oostelijke buurman monsieur Gilbert, aan Thérèse en Daniel Dubuisson, die het drie jaar later opnieuw verkopen aan de eigenaren van wat dan inmiddels Maison Bellevue heet.'

Tot zover het relaas van Thérèse en Daniel, die minstens drie maal naar het verre Nevers zijn gereisd om het archief voor de Nievre te raadplegen. Zelf zijn we van plan voorlopig helemaal niks met onze nieuwe aanwinst te doen. Nu ja, we maaien het gras, plukken de appels en houden nu en dan een barbecue in de schaduw van een stel hazelaars. O ja, en we gaan de wilde braamstruiken te lijf. Want die gedijen, zoals door de eeuwen heen, best op Le Roncier.

2 opmerkingen:

  1. Pffft, als je het niet erg vindt, heb ik het hele epistel niet gelezen. Het belangrijkste is: "we" houden "ons" uitzicht, onze belle vue!!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik vond het juist heel interessant om te lezen. Leuk zo'n schets van een Franse familie. Intrigerend ook die man die de wijk naar het verre Parijs neemt en zijn gezin in de steek laat; of waren vrouw en kinderen met hem mee?
    Jur en El: een goede zet om dit te kopen. We gaan er gauw eens bramen plukken.
    Arie en Ilona

    BeantwoordenVerwijderen