woensdag 22 december 2010

In Memoriam: Henrie Boulle


Na een kort ziekbed is buurman Henrie Boulle vanmorgen - woensdag 22 december - overleden. Hij werd 85 jaar.
Henrie heeft vanaf het moment dat wij Maison Bellevue in september 1998 kochten, 'bij het servies' gehoord. Voordat wij zelf vanaf juli 2005 permanent in Frankrijk gingen wonen, was hij min of meer de regisseur van Bellevue. Geen wonder, hij woonde er al met al meer dan 35 jaar, waardoor het complex, waarvan hij zelf uiteraard maar een deel officieel huurde, compleet onder zijn jurisdictie viel.
Zoals alle gasten hebben kunnen zien, was de moestuin zijn lust en zijn leven. Tot en met afgelopen zomer heeft hij zich er met hart en ziel aan gewijd, maar het was hem niet gegund in het harnas te sterven. Henrie Boulle overleed in het ziekenhuis van Dijon, waar hij begin november werd geopereerd aan darmkanker.
Een week geleden nog zag ik hem in een droom tussen zijn groentebedden lopen, in een mooie nieuwe, blauwe tuinbroek. Hij was klaarblijkelijk in zijn knollentuin. Moge hij zich nu ook zo voelen.
Bellevue, 22 december
Elly en Jurriaan

zondag 19 december 2010

May your paths all shine like crystal

may your skies always be blue

may you find a bed to sleep in

and may you find a lover too

May you spend a merry X-mas

may you track a white reindeer

may its name of course be Rudolf

and may he guide you through the year

(vrij naar Bob Dylan)

Joyeux Noël et une bonne année tout le monde!!!

Elly en Jurriaan, Ballet, Belle en Beau


woensdag 15 december 2010

Bernardus, Maria en de kruistocht

Bernard van Clairveaux, bij ons beter bekend als de Heilige Bernardus, bleek een enorme overredingskracht te hebben, waarmee hij keizers, koningen en zelfs pauzen voor zich wist te winnen. Maar ook eenvoudige stervelingen, via zijn geliefde Maria.

Bernard was niet alleen een groot denker, maar tevens een geweldig redenaar, die meer dan 500 preken op zijn naam heeft staan en 350 brieven. En dan hebben we het niet over eenvoudige schrijfsels, maar over doorwrochte epistels, waarmee je een pinguin overreedt een bikini te dragen. Die eigenschap bezorgde hem (Bernard, niet die pinguin) roem tot ver over de grenzen en veel geestelijke en wereldse leiders riepen zijn hulp in. Om het schisma te beslechten tussen de twee pauzen die Europa toen kende, bijvoorbeeld. Om koningen over te halen tot de kerk toe te treden en keizers te bekeren tot het ware geloof.

Was het daarom dat de met Bernard bevriende paus Eugenius III, de latere heilige vroeg in 1146 tot de Tweede Kruistocht op te roepen? Een kruistocht die de moslims moest verjagen uit de juist door hen ingenomen stad Edessa in het Heilige Land? Bernardus gaf gehoor aan het verzoek van de paus en reisde naar de pelgrimsstad Vezelay, op 70 km afstand van Bellevue...

Nu is Vezelay ook zonder die historische gebeurtenis zeer de moeite waard. In de negende eeuw al bouwden nonnen een klooster aan de voet van la colline éternelle, de heuvel van de

eeuwigheid waarop Vezelay nu ligt. Korte tijd later werden zij gevolgd door monniken, die het hogerop zochten en bovenop de heuvel hun abdij bouwden. De twaalfde eeuwse basiliek die daar nu staat (gewijd aan Maria Magdalena, van wie relieken in de crypte en in de sokkel van haar standbeeld worden bewaard) is van een indrukwekkende soberheid, die prima bij Bernard paste. Maar ook het stadje aan de voet ervan is prachtig. Religieuze winkeltjes en musea, pelgrimshuizen en kroegjes, galeries en restaurants wisselen elkaar af, alle in middeleeuwse sfeer.


Maar we dwalen af, dus terug naar die Tweede Kruistocht die vanuit Vezelay vertrok. Op 31 maart van het jaar 1146 kwam op een veldje halverwege la colline éternelle een grote menigte bijeen, onder wie koning Louis VI. Het was echter niet deze Franse vorst voor wie het volk samen dromde, maar Bernardus. Zijn roem zal hem vooruit zijn gesneld, zeker. Maar misschien was het ook wel zijn visie op het geloof die juist veel gewone mensen naar de bijeenkomst lokte. Want anders dan de katholieke leer tot dan toe, die vooral collectiviteit predikte, waarin de goegemeente niets persoonlijks ervoer, riep Bernard op tot een individuele beleving van het geloof. Mensen van vlees en bloed konden zich volgens de abt via tussenkomst van de Maagd Maria rechtstreeks tot God wenden. Deze persoonlijke benadering en de aanzienlijke rol van Maria daarin, zal in de eeuwen die volgen de harten van vrijwel alle katholieke gelovigen veroveren. Tot aan het warm kloppend hart van Gerard Reve toe, die Maria immers vereerde als geen ander.

Enfin, dat veld – mooi glooiend, zodat iedereen de abt van Clairveaux en beschermeling van vorstenhuizen en pauzen goed kon zien – dat is ook vandaag de dag nog te bezoeken. Een groot maar simpel houten kruis markeert de plaats waar Bernard zal

hebben gestaan. In de verpletterende stilte van de locatie hoor je hem bijna preken. Spreken over de val van de stad Edessa en over de angst dat ook Jeruzalem zal vallen. Over de noodzaak om een vuist te maken tegen de agressie van de bezetters en daartoe de handen ineen te slaan... En als je je ogen sluit, dan zie je bijna hoe honderden mannen en jongens op Bernard van Claiveaux afstapten om een stukje stof te ontvangen dat ze tot een kruisje vouwden en op hun kleding speldden, om aldus 'gewapend' te beginnen aan de Tweede Kruistocht. Je ziet bijna hoe Bernard tenslotte, als de stof om uit te delen is opgeraakt, de bovenzijde van zijn sobere mantel afscheurt en van deze witte doek nieuwe lapjes snijdt. Alleen wel jammer dat die vermaledijde kruistocht op niks uitdraaide...

Toen in 1217 in opdracht van die andere heilige, Franciscus van Assisi, een handvol Franciscaner onniken neerstreek op de heuvel van de eeuwigheid, toen kregen zij een plek toegewezen precies bij het veldje waar de Heilige Bernardus predikte. Daar stond inmiddels een simpele gebedskapel, waar de nieuwkomers een klein onderkomen naast bouwden, dat ook nu nog door Franciscanen wordt bewoond. De Italiaanse gasten van Vezelay zullen ook in 1217, ruim zestig jaar na de dood van Bernard van Clairveaux, de kracht van diens woord nog hebben gevoeld. Want in weerwil van hun eigen abt in Assisi, droegen zij de gebedskapel op aan de Heilige Bernardus.


dinsdag 14 december 2010

Fontenay: de schaduw van Bernard

Leven en werken van de Heilige Bernardus hebben zich afgespeeld in de Bourgogne. Niet per se op Bellevue, maar in de buurt. Dat dan weer wel.

Nauwelijks een turf hoog, verliet Bernard op 9-jarige leeftijd zijn ouderlijk huis om in het nabij gelegen Châtillon-sur-Seine bij de kanunniken in de leer te gaan. Toen tien jaar later zijn moeder overleed, was haar zoon zo verknocht aan het geloof dat hij overwoog monnik te worden. Dat gebeurde uiteindelijk in het jaar 1113, toen Bernard toetrad tot het klooster van Cîteaux, dicht bij Dijon. Deze relatief jonge abdij, vijftien jaar eerder opgericht door Robert van Molesme, wilde de strenge leer van de Heilige Benedictus in oude luister herstellen, als reactie op de rijkdom die veel andere kloosters (onder meer dat van het eveneens Bourgondische Cluny) nastreefden. De orde zou die van de Cisterciënzers gaan heten, naar het Latijnse woord voor Cîteaux: Cistercium.

In dit klooster zou Bernards ster snel rijzen. Hij bleek een begenadigd spreker en schrijver, met zeer veel overredingskracht. En met die kracht overtuigde hij zijn medemens van de noodzaak sober te leven, omdat de monnik 'alleen in de woestijn van het brandend witte licht, zonder kleur en zonder afbeeldingen, in contact kan komen met God'.

Omdat Citeaux een beetje vol werd, werd Bernard na drie jaar al samen met een dozijn monniken uitgezonden om elders een nieuw klooster te stichten. Dat werd Clairveaux in de Vallée d'Absinthe, waar hij de rest van zijn leven abt zou blijven.


Wie een goede indruk wil krijgen van de manier waarop de Cisterciënzers in de tijd van Heilige Bernardus leefden, kan uiteraard naar Clairveaux gaan, maar daar ligt een teleurstelling op de loer. Er staan nog slechts enkele oude gebouwen overeind, de rest is nieuw. Beter is het wellicht naar de abdij van Fontenay af te reizen, die in 1119 werd gesticht door monniken die door Bernard van Clairveaux op pad waren gestuurd om op hun beurt een nieuwe plek te vinden.
Dat werd een vallei iets ten noordoosten van Montbard, waar in een luttel aantal jaren
een kloostercomplex uit de grond werd gestampt.

Wie de plaats nu bezoekt, raakt vooral onder de indruk van de grootschaligheid én de intense soberheid ervan. Met name in de kerk, 30 meter hoog 'slechts' en 66 meter lang, is geen spoor te vinden van de gebruikelijke rooms-katholieke pracht en praal. Geen kleuren, geen beelden, geen vloertegels, niets mocht het oog van de monniken afleiden van God.

Het regime van Bernardus was zó streng, dat hij er zelf bijna aan onderdoor ging. In Clairveaux

al werd de abt ziek van de ontberingen die hij en zijn orde leden en in Fontenay was het regime niet milder. Integendeel: slechts enkele vertrekken van het enorme complex werden verwarmd. De keuken natuurlijk, en van daaruit via een luchtstroom ook de ziekenboeg en de 'inktkamer'.

De monniken namelijk, maakten hun met de hand geschreven en versierde geschriften in de

bibliotheek naast deze inktkamer. Wanneer het in de winter meer dan twintig graden vroor, dan mochten ze om de zoveel tijd hun potje inkt naar die kamer brengen waar het vocht moest ontdooien. En de van reuma, kou en vocht gekromde handen even konden gewarmd. De bewoners sliepen ook in de winter op slechts een matje in de ijskoude slaapzaal, die nog altijd intact is en waar de kilte tastbaar wordt. Fontenay, dat is de schaduw van Bernard...

Nodeloos te zeggen dat veel overredingskracht nodig was om de kloosterorde in dit strenge regime te houden. Een overredingskracht die Bernardus van Clairveaux bezat en die hij nog zou aanwenden in Vezelay.

Wordt vervolgd...



Op zoek naar de kleine Bernard

In de donkere dagen voor Kerst is het zo gek nog niet wat aandacht te besteden aan het Christendom in Bourgondië. Niet dat we de EO-jongerendag gaan organiseren op Bellevue, maar er valt nog wel wat religieus te verhapstukken in de buurt. Waarbij de persoon van Heilige Bernardus – die zijn hele leven woonde en werkte in de Bourgogne – centraal staat.

Wie vanuit Bellevue het mooie Dijon bezoekt (85 km), doet er goed aan een kleine bedevaart te ondernemen naar Fontaines-lès-Dijon, een charmant gehucht dat inmiddels tegen de hertogenstad ligt aan geplakt. Helemaal op de top van de bult die het gehucht vormt, staat een kerk die is gewijd aan Sint Bernard (niet te verwarren met de gelijknamige hond; die is genoemd naar de Sint Bernhardpas, die zijn naam weer ontleent aan Bernhardus van Menthon, maar dat alles terzijde).Die bult dus is de plek waar de kleine Bernard in 1090 het levenslicht zag. Hij

werd geboren in een adellijk nest: zijn vader was heer van Fontaines en zijn moeder kwam van het huis van Montbard (inderdaad, waar nu de TGV stopt, maar laten we niet afdwalen naar wereldse zaken). Het was een omvangrijk gezien, waarin de kleine Bernard groot groeide, met in het totaal zes zonen en één dochter. Een godsvruchtig gezin was het ook: uiteindelijk zouden alle gezinsleden

toetreden tot het klooster, inclusief pa.Wie nu Fontaines-lès-Dijon bezoekt, vindt van dat ouderlijk huis van Bernard uiteraard niets meer terug. En toch is de sfeer er wel bijzonder. Door de sobere kapel die iets onder het hoogste punt van de heuvel werd neergezet. In al zijn eenvoud ligt dit bescheiden kerkje nog het dichtst bij Bernard zelf, die later immers de ultieme soberheid zou prediken (zie straks Sint Bernardus II).

Echt bovenop de bult van Fontaines staat een

nogal megalomane kerk, met ernaast een galerij waarin weer twee gebedskapellen zijn ondergebracht. Hier tussenin is een marmeren tableau ingemetseld in de muur, met daarop - in het Latijn - een aan Bernardus opgedragen tekst. In een nis links staat bovendien een beeld van de heilig, in sobere pij en met een curcifix en een papierrol. Hij was immers van de brieven, maar ook daarover later.

Aan de andere kant van de galerij staat nog een klein woonhuis. De verleiding is groot te fantaseren dat de kleine en leergierige Bernard, die al op 9-jarige leeftijd zou afreizen naar Châtillon-sur-Seine om door de kanunniken te worden opgeleid, hier heeft geslapen. Maar dat is onzin, want de woning is negentiende eeuws. Bernard deed op z'n best als joch van een jaar of zes een tukkie in het gras voor het huis, onder de blauwe hemel. Dezelfde hemel die Fontaines-lès-Dijon en ons nog altijd overspant.

Wordt vervolgd...